Taal : nm (woord van taal).
Het woord ‘taal’ heeft verschillende betekenissen:
I) systeem d 'uitdrukking en communicatie :
1. fonction d 'uitdrukking van gedachte en communicatie entre les mensen, instelling werk au Moyen d'un système de signes vocaal (woorden) en mogelijk signes afbeeldingen (schrijven) die is een taal (werkwoord; taal, toespraak).
– Citaat van de Franse taalkundige Michel Jules Alfred Bréal (1832-1915): “Taal objectiveert het denken”.
De universalia van taal: ensemble de concepten, formes, betrekkingen vermeend bestaan in alles talen du monde.
Studie taal (taalkunde).
La verdubbelen articulatie structuren van taal.
deacquisitie van taal.
Taalvertraging (inenfant).
Troubles taalgebruik (stotteren, dysfasie, afasie, enz.).
S 'uitdrukken op taal (zeg, uitdrukken, praten ; schrijven).
– Citaat van de Franse kinderarts en psychoanalyticus Françoise Dolto (1908-1988): “De mens is vooral een wezen van taal. Deze taal drukt zijn onblusbare verlangen uit om een ander te ontmoeten [...] en om met deze ander communicatie tot stand te brengen”.
Filosofie van taal.
Taal binnen : productie zinnen Pensées Maar nee uitgedrukt (endofasie).
2. systeem de signes zang of grafische afbeeldingen fills hetzelfde fonction (code).
Taal natuurlijkDat vertegenwoordigen talen du monde.
Taal kunstmatig, symbolisch, formeel, geformaliseerd, wat rust over axioma's, wetten, regels voor het vormen van uitspraken. Taal van de logica.
Computertechnologie : Samen code van signes utilise voor de programmering van problèmes specifiek (wetenschappers, management, enz.) toestaan formuleren dynamische instructies aangepast aan een elektronische computer.
Programmeer- en structureertaal.
Geavanceerde taal, ontworpen in fonction du type dan: d 'toepassing traité et onafhankelijk het type computer (basic, cobol, HTML, lisp, pascal, prolog, XML).
Taal machine : binaire taal die rechtstreeks kan worden uitgevoerd dooreenheid de traitement van een computer (assembler, compiler, tolk).
Taal (natuurlijk ou kunstmatig) die een taal beschrijft (metataal).
3. Taalkunde: Samen van taal (systeem abstract) en een beetje woorden (verwezenlijkingen) (discours, taal, woorden).
4. Bij uitbreiding: systeem secundair van tekens aangemaakt van een taal.
Gesubrogeerde, conventionele, stenografische taal, gecodeerd, figuur.
5. Bij uitbreiding: systeem d 'uitdrukking en communicatie dat wij assimileert naar taal natuurlijk.
De taal van dolfijnen.
Gebarentaal (parataal).
– Citaat van de Franse schrijver Jean-Marie Le Clézio (1940): “Maou probeerde met hem te praten met de taal van gebaren. Ze herinnerde zich vaag bepaalde gebaren.
De taal van bloemen.
De talen van kunst (semiotisch).
II) Manier van'uitdrukken :
1. Gebruik wat wordt gedaan, wat betreft de vormen, van dit fonction d 'uitdrukking, An taal.
Gebruik eigen aan groupe (dialect, sociolect) of naar a individu (idiolect) (taal, gebruik ).
Gemeenschappelijke, gesproken taal, gezinnen, populair, jargon.
Geschreven, literaire, academische, archaïsche taal.
Taalcorrectie.
Oneigenlijkheden, fouten van taal.
Onjuist taalgebruik (jargon, wartaal, wartaal, jargon).
Een taalmisbruik: een overdrijving in zijn over.
Element van taal.
Administratieve taalwoorden, wettelijk. (woordenlijst, lexicon, terminologie, woordenschat).
Taal wetenschappelijk, techniek, didactisch.
Citaat van de Franse bioloog en arts François Jacob (1920-2013): “Elke tak van de wetenschap heeft zijn taal en zijn technieken.”
2. Gebruik van taal, om te inhoud du discours (toespraak).
Zijn taal niet behaagt niet wat hij zegt, de manier waarop hij het zegt.
Vasthouden verdubbelen taal.
We zullen moeten veranderen van taal, veranderen le inhoud van wat er gezegd wordt, vooral alsuitdrukken bescheidener, verminder enkele (ton).
Een taal franc, directe.
Liberte taal (uitgesproken).
Let op je woorden! zijn gematigde, beleefd.
via Métaphore : De taal van passies.
Luister naar de taal van de rede (voix).