Mist : nm (woord afkomstig van de wijziging door verandering van het achtervoegsel van het oude Frans door elkaar gegooid, door elkaar haspelen).
Het woord ‘mist’ heeft verschillende betekenissen:
1. Fenomeen atmosferisch produit door uiteinden druppels van water in opschorting in delucht dicht sol qui limiet la zichtbaarheid (nevel, stoom ; motregen, motregen).
Mistvlek.
Mist dicht, dikIn Couper au Couteau.
Mist glazuur.
Après losbandigheid nevels morgen.
Mist toxique (smog; mot Engels, de roken « rook "en mist " mist ").
verdrijven de mist (om te ontnevelen).
– Citaat van de Franse schrijver Colette (1873-1954): ‘Ze was immaterieel mager.’ ‘De bodem van de vallei is gevuld met rook met een witte mist, die dunner wordt, zwaait en zich verspreidt.’
2. Lichaamsbouw : Suspensie de druppels in een gas verzadigd en stoom (aërosol).
3. Figuratieve betekenis: Duisternis, verwarring.
– Citaat van de Franstalige Roemeense schrijver Panaït Istrati, bijgenaamd de “Gorky van de Balkan” (1884-1935): “Het gehallucineerde hoofd, in een mist van bewusteloosheid en geluk”.
Zin: hebben een mist ervoor yeux, door een mist heen kijken: zien moeite.
Être in de mist: niet doen voir duidelijk dans une situatie qui pose dynamische problèmes (zwemmen; in het Pools zijn, koolteer).
Bekend : verduisteren in de mist.
Voir aussi Mist onder Mond jargon.