ami : n. et adj. (woord uit het Latijn amicus, vriend, amare : aimer).
Het woord ‘vriend’ heeft verschillende betekenissen:
Ik noem:
1. persoon gekoppeld aanvriendschap met iemand anders persoon), of wie is deobjet de l 'vriendschap van iemand (informeel: vriend, vriend; regio: kameraad).
– Citaat van de Franse dichter Jean de la Fontaine (1621-1695): “Wat is een echte vriend toch lief! ".
Een van mijn goed, van mijn vieux vrienden.
ma meilleur vriend.
Je suis zijn vriend.
Ons waren tussen vrienden.
Se vertrekken goed vrienden.
Ze heeft fait vrienden.
behandelen iemand als vriend.
Slaapkamer, prix vriend.
Een vriend vanjeugd.
De vriend van huis, ontvangen in deprivacy van huis.
Vrienden communs.
Spreuken: Vrienden van onze vrienden zijn onze vrienden.
Goede accounts maken goede vrienden.
Door eufemisme: minnaar (metgezel), minnares (metgezel).
Zoon petit vriend (informeel: vriendje, jules, kerel), zijn vriendin (informeel: vriendin, go, nana; regio: maatje, knuffel; Zijn mooie).
Betekenis oud of regio : Dat is het bonne vriend, een meisje met wie hij een hele goede band heeft, met wie hij het hof maakt.
Maand lieve vrienden, alsfunctie vaak door aan te spreken eenvoudig kameraden.
Mijn vriend, mijn jong vriend, benaming zelfingenomen.
Ouderwets gevoel: Eh! vriend! bekende, vaak hooghartige vragen.
Informele uitdrukking: vriend-vriend maken: demonstrerengenegenheid.
(vertaling uit het Engels vriend) lid d'un réseau sociaal wie doet er mee relatie met iemand anders membre .
Groep van vrienden (klik).
2. persoon wat goed is gewillig, heeft wat sympathie naar een ander of één gemeenschap.
Ik kom als vriend en niet als vijand.
Het zijn vrienden van de Frankrijk, Francofielen.
Onze vrienden en bondgenoten.
Anonieme brief ondertekend met ‘een vriend die wat van je wil bien " (of mal).
De vriend van mensen, bijnaam van Marat (*).
Bij uitbreiding: De hond is de vriend van demannen.
Figuurlijke betekenis: Partizaan, verdediger zeer gehecht aan a oorzaak.
La Bedrijf vrienden van de Grondwet, de Jacobijnen.
Vrienden van boeken, bibliofielen.
(*) Jean-Paul Marat, geboren op 24 mei 1743 in Boudry en vermoord in een badkuip op 13 juli 1793 in Parijs, is een Franse arts, natuurkundige, journalist en politicus. Vóór de val van het monarchale regime was hij een usurpator van de adel en ten tijde van de revolutie werd hij bergafgevaardigde van de Conventie.
3. faux vriend: woord dat, in a taal buitenlands, vertoont een bedrieglijke gelijkenis met een woord uit de eigen taal (bijv. werkelijk [“effectief” in het Engels] en momenteel).
II) Bijvoeglijk naamwoord: van een vriend, van vrienden (amical).
een hoofd- vriend.
– Citaat van de Franse schrijver Georges Courteline (1858-1929): “Ik ontmoette haar in het huis van een vriend.”
Door verlenging : gunstig, welwillend.
– Werk van de Franse toneelschrijver en dichter Pierre Corneille (1606-1784): “Vriendelijke lotsbestemmingen”.
– Citaat van de Franse romanschrijver Henri Bosco (1888-1976): “Een vriendelijke gevel, die van een café”.
Steeg. Land vriend.
Tegenpolen van vriend: vijand, vijandig.