Uitlaten: v.tr. (woord komt van é- en wel).
Het werkwoord "uitputten" heeft verschillende betekenissen:
1. Ouderwets gevoel: Droogmaken door te trekken (drogen, uitdrogen, drogen, drogen, legen).
Om een stortbak, een bassin, uit te putten.
Bron die niet kan worden uitgeput (onuitputtelijk).
Naar analogie: put een mijn uit, een ader, extraheer al het erts.
Om een lang geëxploiteerde steengroeve uit te putten.
Een bodem uitputten, steriel maken, onvruchtbaar maken door hem te veel te willen laten produceren (afvallen, verarmen).
Deelnemen...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.