Tuer : v.tr. Doen sterven (iemand van mort hevig.
Dood vliegen tijdens de vlucht: sentir mauvais van mond.
Er wordt gezegd van iemand die een slechte adem heeft. Het doodt vliegen op vijftien meter.
Dood een bouteille : De leeg geheel.
uitzicht Stoer, sjaal, Twist, Truffel.