tomaat : nf een tomaat een plant moestuin jaar- gekweekt voor zijn fruit.
Rood zijn als een tomaat: rood van emotie (verwarring, schaamte, verlegenheid, bescheidenheid).
Rotten Tomatoes: als projectiel geworpen door ontevreden toeschouwers, demonstranten). Stuur, gooi rotte tomaten naar iemand.
Tomaten ontvangen, iemand (een artiest, een politicus) ontvangen met tomaten.
Tomatenpuree: in pap. Ik heb tomatenpuree gemaakt.
Tomaten: straat-egels.
Tomaat: rode neus.
Om de tomaat te zwermen: haasten.
Om iemands tomaat te kraken: splijt zijn hoofd open, vermoord hem.
Oude tomaat: informele uitdrukking om iemand aan te duiden.
Tomaat: mengsel van pastis en grenadine.
Blijven / blijven / zijn als een tomaat: Verbaasd blijven, verbaasd zijn, zo verrast zijn dat ik geen woord meer kan zeggen.
Er tomaat uitzien: er dom uitzien, imbeciel.
Heb een idee achter de tomaat: achter het hoofd.
Groot op de tomaat hebben: op het hart.
Tomaten! : Neen !
Tomatensaus: bloed, menstruatie, regels.
In tomatensaus zijn: je menstruatie hebben.
Casse-tomaat: knuppelen.
Tomaten pletten: je menstruatie hebben.
Om de tomaat te laten barsten: om gedood te worden.