Sardine : nf een sardine is een relatief kleine vis die zeer overvloedig voorkomt in de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan.
Verpakt als sardientjes (in blik): tegen elkaar geplaatst, heel dicht bij elkaar. In nauwe gelederen.
Opstapelen/verpakken als een blikje sardientjes: heel krap zitten.
De vijf sardientjes: de vingers van de hand. Hij overhandigde mij de vijf sardientjes.
Om in het oog te springen met een sardinestaart: om er grapjes over te maken, Het kan me niet schelen.
Een sardine: een mager meisje of vrouw.
De streep van korporaal, brigadegeneraal of onderofficier.
Duizend sardientjesblikjes! : tussenwerpsel.
Sardine: kampeertentstok.
Giet je sardine af: urineer (man).
Sardine: prostituee.