Losbandig : bn. (woord uit het Latijn licentiosus, de licentie).
Het bijvoeglijk naamwoord ‘losbandig’ heeft verschillende betekenissen:
1. Ouder besef: wie misbruik maakt van de vrijheid die hem wordt gegeven.
2. Oude of literaire zin: wie bescheidenheid en fatsoen mist (immoreel, libertijns).
Losbandige schrijver.
Losbandige opmerkingen (vlees, gratis, gezouten).
Bijwoord: losbandig.
Tegenpolen van losbandig: kuis, eerlijk, bescheiden.