L : Brief dat slagers, in hun jargon, voorheen vervangen door de eerste van elk mot beginnend met een medeklinker, terwijl ze deze aan het einde verwerpen door deze te begeleiden met de uitgangen (*) em, é, lem, sem, uche, fum.
Voorbeelden: Louchebem, slager, Linvé loussem, twintig sous. Loucharmuche, verrader. Louaf, dronken. Lesélemfum, meisje publique.
Andere keren plaatsen ze het woord benadeeld tussen twee anderen, zoals in: linvé lésé loussem, twintig sous; linvé gewonde Lousdré, twintig frank.
(*) Einde: element variabele die wordt toegevoegd aan de radicaal, aan het thema om de formes d'un paradigma.