aardappel : nf een aardappel is een eetbare knol van nachtschade.
Hoofd, figuur.
Aardappelgat: mond.
Aardappelbloed in de aderen hebben: uit vorm zijn.
Rotte aardappel: belediging.
Aardappel: grote neus, dronken neus.
Aardappelneus: ronde neus.
Hij is een zak aardappelen: een dikke, slecht gebouwde persoon.