Aanwezig: bn. en nm (woord afkomstig van het Latijnse praesens, praesentis, van praeesse "voorlopen").
Het woord "present" heeft vele betekenissen:
ik) Bijvoeglijk naamwoord:
A. In tegenstelling tot Afwezig:
1. Wie is er in de plaats, de groep waar de persoon is die praat of over wie wordt gesproken.
Aanwezig zijn in, op een plaats, in iemands huis.
Mevrouw X., hier aanwezig, zegt dat...
Zij was aanwezig toen het ongeval gebeurde (getuige).
Bij iets aanwezig zijn (bijwonen).
Zo-en-zo aanwezig zijn, of...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.