Onuitputtelijk: bn. (woord afkomstig van het privatieve voorvoegsel in- en van tarir).
Het bijvoeglijk naamwoord "onuitputtelijk" heeft verschillende betekenissen:
1. Die niet kan opdrogen, altijd stromend is (overvloedig, onuitputtelijk).
Onuitputtelijke bron.
Overdreven: onuitputtelijk huilen.
Met een metafoor: citaat van de man van de kerk, theoloog, pedagoog en Franse schrijver François de Salignac de La Mothe-Fénelon, algemeen bekend als Fénelon, bijgenaamd "de zwaan van Cambrai" (1651-1715): "Een onuitputtelijke bron van pai ...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.