Stuk: nm Een stuk is een deel, een hoeveelheid die gescheiden is van een levensmiddel, een stevige maaltijd (hetzij in één hap te eten, hetzij om
een deel, een deel vormen). Zie: bijten, eindigen, snijden, snijden.
Slik een groot stuk door.
Stuk brood (brood), van vis (biefstuk, filet).
Een stukje kaas.
Groenten in kleine stukjes gesneden (brunoise, julienne).
Stuk suiker (in de regio: tegel); Klont suiker.
Bij uitbreiding: hele schotel vrijstaand of dat kan...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.