Pauze: v.tr. "Breek" is in stukken breken, (een stijf ding) op een plotselinge manier verdelen, door schok, klap, druk, (synoniemen: breken, vermalen, ontwrichten, pletten, breken, breken) .
Breek een bord, een glas.
Breek een ei, breek de schaal.
Breek een suikerklontje.
Breek de schil van een walnoot.
Zie Casser onder Mondjargon....
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.