Slaap: v.intr. (woord afkomstig van het Latijnse slaapzaal).
Het werkwoord ‘slapen’ heeft verschillende betekenissen:
1. In slaap zijn (In de armen van Morpheus zijn*).
Slapen in je bed, onder de tent, onder de sterren (zonsondergang).
Slaap in lakens, onder een dekbed.
‘Doornroosje (die in het bos slaapt)’, een verhaal van de Franse letterkundige Charles Perrault (1628-1703).
Een uurtje slapen.
Begin te slapen (dommelen, in slaap vallen).
Ga slapen (liggen).
Heel laat slapen...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.