Ontrouw: bn. (woord van het Latijnse infidelis).
Het bijvoeglijk naamwoord ‘ontrouw’ heeft verschillende betekenissen:
I) Oude of historische betekenis: Wie een andere religie belijdt dan de religie die als waar wordt beschouwd (niet-Joods, ketter, goddeloos, ongelovige, heiden; giaour, roumi).
Naties, ontrouwe volkeren.
Zelfstandig naamwoord: Eén, een ongelovige.
Kruistocht tegen de ongelovigen (moslims).
II) Wie breekt het gegeven woord.
1. Bejaarde betekenis: Wie faalt in zijn verplichtingen (ten opzichte van iemand), in de plichten van zijn geloof...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.