Enorm : bn. (woord uit het Latijn enorm, metiri “meten”: meting).
Het bijvoeglijk naamwoord ‘immense’ heeft verschillende betekenissen:
1. Didactisch: wat noch grenzen noch maat kent (onbeperkt, oneindig).
2. Gemeenschappelijke betekenis: waarvan de omvang en afmetingen aanzienlijk zijn (groot, uitgestrekt).
De immense zee. Enorme ruimte.
3. Die zeer aanzienlijk is in zijn soort, in kracht, belang, kwantiteit (kolossaal, onmeetbaar, enorm, gigantisch). Een enorme man, heel lang.
Enorme menigte.
Een enorm fortuin.
Een enorm succes.
Een immense invloed (onmeetbaar, diepgaand).
Enorm voordeel.
Tegenpolen van immens: krap, klein, klein, klein.