Misbruik: v.tr. (woord uit middeleeuws Latijn misbruiken).
Het werkwoord "misbruik" heeft verschillende betekenissen:
I) Indirect transitief werkwoord: Slecht gebruiken, met overmaat.
Een ding gebruiken zonder het te misbruiken (maat overschrijden).
Misbruik alcohol, snoep.
Misbruik van iemands autoriteit, iemands macht (overschrijven).
Iemands geduld misbruiken.
Bekend: Bellen om drie uur 's nachts, hij maakt er echt misbruik van! (doe het opnieuw),
Regio: ambitie.
Zin: Het is misbruik: er is misbruik. Tien euro...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.