avare : bn. et n. (woord uit het Latijn avarus ; uit het oude Frans beweren, hebben « verlangen diep ").
Het woord ‘vrek’ heeft verschillende betekenissen:
1. Ouderwets gevoel: voor wie heeft er een passie? rijkdom en vindt het leuk om ze voortdurend te vergaren (hebzuchtig, hebzuchtig, geïnteresseerd).
Moderne betekenis: Wie heeft geld en weigert het uit te geven, zelfs als het nuttig is (hebzuchtig, kleinzielig, gierig, kijkend; informeel: gierig, rapia, rat, oude betekenis: scrapper).
“Spaarzaam en zelfs gierig toonde ze zich een waanzinnige verloren zoon voor hem” (Frankrijk).
“Hij was zeker niet gierig, maar streng in zijn uitgaven” (Duhamel) (ook zuinig).
Wees gierig als een rat (laat ze los met een elastiekje).
Spreekwoord: Aan een gierige vader, een verloren zoon.
2. Naam (betekenis in de leeftijd): Persoon die kneden en houdt alles wat ze heeft, en in het bijzonder al haar geld (grigou, penny-pincher, harpagon; oude betekenis: fesse-mathieu*, jongen; regio: serafijn).
Een oude vrek.
Zijn gierige vader geeft hem geen cent.
Wat een vrek!
“De Vrek”, door Molière.
(*) Woord afkomstig van slaan et Matthieu, behoorlijk " degene die bat heilige Matthieu (baas van wisselaars) krijgen de geld .
3. Gierig met (iets): Wie niet overdadig is (zuinig, spaarzaam, spaarzaam.)
Hij is nogal gierig met complimenten. “een van die sierlijke gebaren waarvan ze niet gierig was” (Duhamel).
Gierig zijn met je tijd.
4. Onderwerp: Wie schenkt spaarzaam (parsimonious).
heeft geen gierig (droog) land.
Een gierig licht, zeldzaam).
“Zijn wereldse romans die hij in een hebzuchtige geest produceerde” (Romains).
Tegenpolen van vrek: verkwister, verkwister, verkwister, gà © nà © ous, breed, verloren, vruchtbaar; vruchtbaar.