coulant : bn. Die gemakkelijk zinkt.
Kaas, vloeiende camembert: erg gaar.
Een vloeiende wijn: licht en aangenaam om te drinken.
Meegaand, gemakkelijk, vergevingsgezind.
Een man die (gemakkelijk) in zaken stroomt.
Vorm zijn chocoladekleur: poepen.
Vloeiend: gonorroe.