varkensvlees : nm Allesetend hoefzoogdier, met een dik lichaam, waarvan de kop eindigt in een snuit, die gedomesticeerd en grootgebracht is voor zijn vlees.
Losbandige, onbeschofte man. Wat een varken! Jij varken!
Om dik te zijn, vies als een varken (een varken).
In varkenswijn zitten: ziek zijn in dronkenschap.
Dom als een pro: dom, dom.
Puur varkensvlees: echt, authentiek.
Gekleed in zijde: varken (jargon van de voorsteden en boeren rond Parijs).
Vet varken : belediging van een obscene, perverse of wrede man.
Eet als een varken: eet erg vies.
Bloeden als een varken: doden, vermoorden, de keel doorsnijden, steken, verwonden met een mes met bladen.