praline : nf een pralines een snoep gemaakt van één amandel gebruind in sucre kookpunt.
Punch: een praline op de kin ontvangen: Ik gaf hem een goede praline.
Stuur een goede praline: schiet in het voetbal hard.
Cucul la praline (of cucul praline): stom, stom, stom, schattig, oubollig, oubollig (zie uitdrukking hieronder).
Al zijn films zijn oubollig.
Zet je praline neer: lekker luieren; zich terugtrekken uit de wereld van de boosdoeners.
Herstel uw praline: herwin verloren geld, krijg uw geld terug.
Praline: geweerkogel: ontvang een praline: geraakt worden door een kogel.
Praline: clitoris, maagdelijkheid.
Gek zijn: op het punt staan een orgasme te krijgen.
Zuig op de praline: voer cunnilingus uit.
De uitdrukking “cucul la praline”: dom, belachelijk.
De naam van pralines komt van maarschalk de Plessis-Praslin, wiens kok in de 17e eeuw dit snoepje uitvond, omgeven door een korst van gearomatiseerde of gekleurde suiker.
cucul (of koekoek) is een simpele kinderachtige herhaling van ezel, wat een bijvoeglijk naamwoord is geworden dat synoniem is met gek ou belachelijk maken.
We hebben er een vrouwelijk zelfstandig naamwoord aan toegevoegd dat het zou versterken, zoals in onze uitdrukking, maar ook in zijn varianten oubollige aardbei of cucul de boomkikker.
Deze uitdrukking dateert uit de eerste helft van de 1933e eeuw; Colette gebruikte het in XNUMX cucu.
Sommige bronnen suggereren dat deze term afkomstig is van de Seychellen, in Praslin, waar we een grote kokosnoot vinden met een zeer suggestieve vorm, de zogenaamde ‘kokosbillen’.
fesses et Praslin, in verband met de pralines van Plessis-Praslin, zou hebben gegeven oubollige praliné. En het zou dan de enigszins belachelijke kant van de vorm van deze noot zijn die de betekenis van de uitdrukking zou hebben gegeven.