knapperig : bn. Iets dat knarst tot op het bot.
Smakelijk, goed gebakken brood.
Mooie meid wiens aas vol belofte zit.
Een levendig, levendig verhaal, vol schunnige situaties, is helder.
Citaat van Charles Bukowski (1920-1994): “We hadden geen boter of spek, dus Jane kookte de pannenkoeken zonder iets. En het was geen pannenkoekenbeslag. Alleen meel met vlotter. Het kwam er knapperig uit. Echt knapperig” in Factotum.