Lossen : v. tr. Verander (een vloeistof, wijn) van vaas.
Implementeer geweldige activiteit, wees efficiënt. Zijn team rockt. Het rockt!
Snel werken/rijden: Hij dumpt vandaag!
Ontladen: bevallen. Een tante die, zonder vroedvrouw te zijn, een expert was in dit soort werk, ontlaadde het kind.