Bistrouille : ff arg. Wijn van slechte kwaliteit.
Citaat van Gabriel Chevallier, in Clochemerle (1934): "De kracht van de Beaujolais-wijn, de eerste dagen, sloeg hem knock-out: het was geen goedaardige bistrouille met doopvonten, noch kruidenthee voor gastralgische massatellers".