afval : nf Elke kwestie die verontreinigt en weerzinwekkend is.
Zeer gewelddadige belediging gericht tegen een persoon (tuig, klootzak, slet).
Hoop/soort afval!
Jij bastaard!
Woord, geschrift, gemene, vuile of obscene daad.
– Citaat van de Amerikaanse schrijver John Fante (1909-1983): “Eenmaal in de keuken mocht ik de geuren van afval in de gootsteen ruiken met zicht op de vette pannen op het fornuis. » in de roman Vraag het stof (Vraag het stof) (1939).
– Citaat van Émile Ajar, alias Romain Gary (1914-1980): “Geluk is echt afval en een koeienhuid.” In Het leven dat voor ons ligt.