Leven: werkwoord (woord komt van het Latijnse vivere).
Het werkwoord "leven" heeft vele betekenissen:
I) Onovergankelijk werkwoord:
A. Mensen:
1. Levend zijn; bestaan.
Het recht om te leven.
De vreugde van het leven.
Zin: Geen levende ziel vinden.
Alleen leven voor...: zich volledig wijden aan...
Laat jezelf leven: leef zonder moeite.
Ophouden te leven: sterven.
Om niet langer te leven: in extreme angst verkeren.
In afwachting van de vrijlating van hun zoon leefden de ouders van de gijzelaar niet meer...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.