Praktijk: bn. (woord afkomstig van het Laag-Latijnse practicus).
Het adjectief "praktisch" heeft verschillende betekenissen:
1. Wat het materiële, concrete leven betreft; nutsvoorziening.
Praktisch advies.
De praktische details van de bediening.
2. Dingen (vaker): Ingenieus en efficiënt, goed geschikt voor het doel (handig, functioneel).
Instrument, praktisch hulpmiddel.
Het is praktisch, heel praktisch. Deze doos is niet gemakkelijk te openen. De metro is handig om je te verplaatsen.
3. Wat betreft de actie, ...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.