homo: bn. (woord komt van de gotische gâheis "snel, levendig").
Het woord homo heeft meerdere betekenissen:
1. Levende wezens: Wie heeft vrolijkheid (synoniemen: vrolijk, blij, speels, ondeugend, frivool, vrolijk, parmantig, hilarisch, joviaal, vrolijk, ondeugend, vrolijk, lachend, glimlachend).
Wees altijd vrolijk en in een goed humeur.
Een vrolijk en makkelijk karakter.
Vrolijk als een vink: heel vrolijk.
Een vrolijke kerel.
Vooral: Wiens opgewektheid voortkomt uit een lichte roes.
Om een beetje vrolijk te zijn (dronken, grijs, aangeschoten)...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.