gelukkig: bn. (woord komt van heur, van het Latijnse keizerlijke agurium, klassieke augurium "omen").
Het bijvoeglijk naamwoord "gelukkig" heeft vele betekenissen:
I) Begunstigd door geluk en lot:
1. Mensen: wie profiteert van gunstig geluk, begunstigd door het lot (geluk, begunstigd; vertrouwd: geluk).
Om gelukkig te zijn in gokken, in zaken.
Spreekwoordelijke zin: gelukkig tijdens het spelen, ongelukkig in de liefde (informeel: een cuckold-ader hebben).
Zin: Een gelukkige sterveling: een gelukkig mens...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.