bedekt: bn. (woord komt van omslag, van het Latijnse cooperire, familie van operire "bedekken").
Het bijvoeglijk naamwoord "bedekt" heeft verschillende betekenissen:
1. Dat hebben we gedekt.
2. Wie heeft een kledingstuk. Goed bedekt; warm bedekt.
Ze was bedekt met een grote sjaal (aangekleed).
Vooral: Wie heeft een hoed op zijn hoofd.
Blijf bedekt: houd je hoed op.
3. Wie heeft op hem (iets).
Vloer bedekt met afval (bezaaid).
Pejoratieve betekenis: bezaaid, doorzeefd.
Rok bedekt met vlekken.
Gezicht...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.