Aanpassen: v.tr. (woord komt van het Latijnse adaptare "aanpassen aan", van ad en aptus "geschikt").
Het werkwoord "aanpassen" heeft verschillende betekenissen:
1. Verenigen (het een met het ander), toepassen na aanpassing (aanpassen, samenvoegen, opnieuw hechten).
Pas wielen aan de poten van een tafel aan, een mondstuk aan een pijp.
Duiker die zijn masker aanpast.
2. Samenvatting: zich (iets, iemand) toe-eigenen aan (iets, iemand), harmoniseren met.
Pas uw uitgaven aan uw situatie aan, uw wensen om...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.