Opvullen (naar) : v. uitspr. Om te staan, zich te plaatsen (in, onder iets).
Zo ver gaan: zich volstoppen met eten (zich volstoppen, zichzelf volstoppen).
De vinger in het oog steken: een fout maken.
Waar ging hij heen om vast te lopen: om zichzelf te plaatsen.
In een vuile val lopen: in ernstige problemen komen.
In het gesprek komen: zich mengen.
Zoek naar een gat om je in te verstoppen: zoek je te verbergen.
Genaaid worden: bedrogen worden.
Stop een tocht in het oog: zichzelf voor de gek houden, zich schromelijk vergissen. Het is een nieuwe vorm van: je vinger in het oog steken.