Vin : nm Le wijn een alcoholische drank van de fermentatie du rozijn.
Drink een vrolijke wijn: wees dronken maar opgewekt.
Droevige wijn drinken: dronken maar verdrietig zijn; depressief.
Drink slechte (of zwarte) wijn: wees dronken en gewelddadig.
Een vleugje wijn hebben: dronken zijn.
Zorg voor een twist: een wijn moet elegantie hebben.
Het is de kleine Jezus die in een fluwelen broek door je keel gaat; het is de Goede Heer in zijden broek: gezegd van een zoete en aangename wijn.
Stijgbeugelwijn: het laatste glas voor het afscheid.
Tussen twee wijnen zitten: een beetje dronken zijn, een beetje.
In varkenswijn zitten: ziek zijn in dronkenschap.
Christelijke wijn: wijn die met te veel water is gesneden.
Wijn uit het oor: goede wijn.
Wijn van twee oren: slechte wijn.
“De wijn is getrokken, we moeten hem drinken”: het was misschien niet de beste oplossing, maar nu we begonnen zijn, moeten we het tot het einde volhouden.
Aanbieden, betalen, omkopen: illegaal een geldbedrag betalen. (Oorspronkelijk was steekpenning niets anders dan een commissie die bovenop de overeengekomen prijs werd betaald).
In eksterwijn zijn: spraakzame wijn drinken, spraakzame dronkenschap hebben.
Ezelwijn: verdoofd zijn door dronkenschap.
Dronken zijn: dronken zijn.
Wachtrij of pauwwiel: verwijst naar een smakelijke wijn, die een scala aan smaken laat zien.
Coup de vin: coup de vin (het schenken van wijn).
Draag wijn goed: drink veel zonder dat dit zichtbaar is.
Voeg water toe aan uw wijn: verminder uw eisen; wees mild, tolerant, niet te veeleisend op het gebied van principes, sluit compromissen.
Trouw met de kelder en de put: doe water in je wijn.
Houdt niet van dronken wijn: houdt van drinken.
Spuug niet op wijn: hou van wijn.
Het is moeilijk: wijn of alcohol die sterk is.
Franse wijn: koude of warme zoete wijn geserveerd in een slakom.
Wijn van drie: wijn die door drie moet worden gedronken: de drinker en twee acolieten om hem vast te houden.
Wijn met een volle body / wijn met een taille / wijn met een dij / wijn met een bil / wijn met een mooie rugdaling / wijn met een navel: uitdrukkingen die gebruikt worden om een aangename wijn te beschrijven.
Wijn die jonge dames laat dansen: goede, pretentieloze wijn.
Wijn om geiten te laten dansen: zure wijn.
Wijn met de hoed op het oor: wijn die achteruit begint te gaan.
Wijn waarvan de dop omvalt: wijn die gierig begint te worden.
Wijn om de voeten van paarden te wassen: slechte wijn.
Wijn van Nazareth: wijn die door de neus gaat als hij verkeerd wordt ingeslikt.
Wijnkaart: term die vroeger in de strafkolonie werd gebruikt: maatstaf voor anderhalve setier wijn die de beul voor elke pak slaag ontving, bonus wijn.
uitzicht Wijn (jargon synoniemen).