Vijg : nf een vijg is de vlezige en eetbare vrucht van de vijgenboom.
iemand voor de gek houden: belachelijk maken; tarten, verachten.
De vijg maken: een gebaar van provocatie en obscene spot maken: een erearm maken.
Half vijg, half rozijn: die een dubbelzinnigheid presenteert, door een mengeling van tevredenheid en ontevredenheid, of serieus en aangenaam (zie de uitdrukking hieronder).
Een zachte vijg hebben: niet erg seksueel opgewonden zijn.
Bij mijn vijg! : tussenwerpsel.
Voor vijgen : voor niets.
Afb: Arabisch, Noord-Afrikaans.
Afb: vrouwelijk geslacht.
Om de vijg te splitsen: seksuele betrekkingen hebben met een vrouw.
De uitdrukking mi-fig mi-rozijn zou afkomstig zijn van de sluwheid van de Korinthiërs, die vijgen, die goedkoper waren, mengden met de druiven die Venetië van hen kocht.