Rot : nf Diepgaande wijziging, afbraak van organische weefsels (verrotting); staat van wat verrot is. Om rot van een vrucht te verwijderen. Rotten. Geur van rottend, ontbindend organisch materiaal.
In abstracte zin: staat van grote morele corruptie.
Corrupt persoon, verachtelijk (term van gewelddadige belediging) (vuil, rot)
Wat rot deze man!