ui : nm deui is een groenteplant in de buurt van knoflook (familie van liliaceae), tweejarig, met eetbare bol.
Plaats jezelf in een rij uien: in de rij, achter elkaar, sta in de staart.
Om ui te hebben of om de ui te hebben die barst: geluk hebben.
Geld: slechts een paar uien op zak hebben.
Bemoei je met je eigen zaken: bemoei je met je eigen zaken en niet met die van anderen (zie uitdrukking hieronder).
Het is voor mijn uien: het is voor mij.
Verzorging met kleine uitjes: iemand met veel aandacht verwennen.
Uienrennen oefenen: ergens achteraan rennen
Uienveld: begraafplaats.
In een rij uien: op een rij, op één regel (zie onderstaande uitdrukking).
Geregeld zijn met uien: opgelicht zijn.
Vroeger was een ui een horloge, verwijzend naar zijn vorm.
Met kleine uitjes: met zorg uitgevoerd; met bijzondere zorg; Akkoord.
Bemoei je met je eigen zaken: bemoei je met je eigen zaken, bemoei je met wat jou aangaat.
Er is een ui: het gaat slecht, het gaat mis.
Er is ui: Er is chaos (verwijzend naar de tranen die de ui maakt).
Het is niet (het is niet) mijn/jouw zaak. : Het zijn mijn/jouw zaken niet.
Uien schillen: schelden, schelden.
Vang de ui: in het café, de rekening betalen voor anderen.
Verveling, moeilijkheid, tegenslag.
Ui: footcorn.
Figuur van gepelde ui: belediging.
Naam van een uiensoep! : tussenwerpsel.
Bij de kop van een ui! : tussenwerpsel.
De kont schoppen: de kont schoppen.
Uien: testikels.
In prostitutietaal is de ui de anus.
Anus, achter. Pan, in de ui!
Je kunt het in je kont stoppen: je kunt het in je kont stoppen.
Scheet hoger dan je ui: pretentieus zijn, doen alsof je meer waard bent dan je werkelijk waard bent.
“Carrer iets in de ui”: leg iets in de fundering.
Vast komen te zitten in de ui: iets niet doen wat een ander vraagt.
– De uitdrukking: “In een rij uien”: Op één regel, op een rij.
Een traditionele verklaring is dat deze uitdrukking tot ons komt uit de XNUMXe eeuw, toen in Blois een ceremoniemeester, Artus de la Fontaine-Solaro, baron d'Oignon, dienst deed, die zijn kleine wereld graag organiseerde volgens nauwkeurige protocolregels. Onze uitdrukking is daaruit geboren.
Maar dat blijkt in de rij gaan staan, in 1611, betekende "zich aansluiten bij een gezelschap waar men geen plaats heeft" of "plaatsnemen in een vergadering waar men niet is uitgenodigd".
En bovendien, geciteerd door Littré, schrijft Leroux de Lincy, een taalkundige uit de 1654e eeuw, over onze rij uien: "Komt het niet eenvoudigweg voort uit de manier waarop de mensen op het platteland de uien samenvoegen met strootjes, de grootste eerst, en dan de anderen? Het zou dan pas in XNUMX duren, meer dan een halve eeuw na de Baron d'Oignon (die de oorsprong die ermee verbonden was, zou elimineren), dat de uitdrukking ook de huidige betekenis zou hebben gekregen, waarbij de vorige nog steeds werd gebruikt voor minstens nog een eeuw.