Bonbon : nm Un snoep een banketbakkerij, van stevige of harde consistentie, gemaakt van siroop gearomatiseerde en soms kleurrijk.
Snoep kosten: duur zijn; erg duur zijn: Het gaat snoep kosten!
Heb de snoepjes die aan het papier blijven plakken : zweterige testikels die aan het slipje blijven plakken.
Het is heet, de snoepjes plakken aan het papier : Ik heb de testikels vastgelijmd aan de onderbroek.
"Break, rasp de snoepjes": veel moeite.
je breekt mijn snoep : je irriteert me of je verveelt me.
In België: anticonceptiepil.
Kogels: Laat iemand snoep zuigen: Schiet ze neer met een pistool.
De snoepjes hebben: bang zijn.
Neem snoep: poging tot zelfmoord door drugs te gebruiken.
Likeursuikergoed: kook, pustuleuze puistjes die constant een vloeibare humor uitstralen.
In het meervoud, "Candy": testikels.
Enkelvoud: clitoris
In de drugswereld is een snoepje de naam die wordt gegeven aan amfetamine, ecstasy of LSD.