Brochet : nm Un snoek is een lange, smalle, vleesetende zoetwatervis met scherpe tanden.
Hebzuchtig individu.
Canada : “zo groot als een snoek”. Een leugen zo groot als een snoek: een hele grote leugen.
Pimp, inkoper, pimp
Snoek met paneermeel: jonge pooier, leerling pooier.
Vervelen als een snoek in een ladekast: heel erg vervelen.
Gerelateerd artikel:
Weerhaak.