Schelp : nf Kalkhoudende envelop van de eieren van vogels en reptielen.
Zei van alle koopwaar die wordt verhandeld.
Schelpenverhuurder: charlatan, leugenaar.
Shell mate: Vroeger, bedrieglijk; handelaar.
Terugkeren naar je schulp: je psychisch opsluiten.
Typfout: Fout, drukfout, typfout.
Walnootschelp: boot, kleine boot.
Walnootschaal: drinkglas met kleine capaciteit.
Geef je schelpen niet: wees gierig, heel zuinig.
Hand in schelp achter het oor: Teken, gebaar van doofheid: hand in een cornet om beter te horen.
Shell: gevangenis.
Schelp van Venus: vrouwelijk geslacht.
Schaal: chip. De schelp opblazen: ontmaagd worden.
Het schaambeen puilt uit als een schelp.