Pastei : bn. et n. m. Die een pasta-achtige consistentie heeft (tussenvorm tussen vast en vloeibaar).
Heb een pasteuze stijl: zwaar en beschaamd.
Een pasta-achtige mond hebben, tong: moeilijk uitspreken, articuleren (alsof de mond pasta-achtig is).
Een pasteuze mond hebben na te veel drinken.
Cézigue pasty: persoon wiens naam we niet kennen, wiens naam ons ontgaat of voor wie we niet de moeite nemen
naam correct (tartempion, uildingetje).
De pastei: in a keuken team, de banketbakker of de pâtissier.