noga : nm Le noga is een lekkernij gemaakt met amandelen (of sommige) noten, hazelnoten) En sucre gecarameliseerd, du honing.
(woord afkomstig van Provençaalse nougo "nut", uit het Latijn °moer wat "noot" betekent).
Het is nougat! : Het is heel gemakkelijk (het is cake, nanan).
Een echte nougat: een genot.
Bevrediging.
Het is geen nougat: het is moeilijk (het is geen cake).
Nougatbenen hebben: moe, zacht.
De nougats: de voeten. Pijnlijke nougat hebben van het lopen.
Pellets in de nougats hebben: vieze voeten hebben.
Op de nougats stappen / op de nougats stappen: erop gestapt worden.
Zijn nougat aanraken: zijn deel aanraken.
Nougat geven: een doelbal op een dienblad serveren (sportjargon).
In Poilu-jargon (soldaat van de Eerste Wereldoorlog): een geweer.
Citaat van de Franse schrijver Louis-Ferdinand Céline (1894-1961): “Je maakt geen kans op honderdtienduizend! En hoe zijn jullie anderen dan weggegaan? Bij centrifugale culturen was het nougat. " in Overlijden op krediet.