Mie : nf Zacht gedeelte in de pijn.
Een kruimel brood: zwakke man, zonder te antwoorden.
Man met een kruimel brood: zwakke man.
Tot de kruimel van brood: van slechte kwaliteit, zwak, zonder consistentie, middelmatig, tweederangs, armoedig,
onervaren, incompetent, kleinschalig; van weinig waarde, van kleine waarde, vals.
Brood: iets van weinig belang, van weinig waarde.
Brood met snavel: idioot.
Kruimel brood in de beker: gek.
Broodkruimel: ongedierte, luis (toespeling op de jeuk veroorzaakt door een verdwaalde broodkruimel).
Iets van weinig belang, van weinig waarde.
Kruimel van broodcomponist: ongeschoolde arbeider.
Breadcrumb-pagina-editor: iemand die alleen werken van weinig belang heeft (druktaal).
Artikel met een kruimeltje brood: minder dan niets (drukkerijtaal).
Veerbelaste / mechanische paneermeel: chip, luis.
Mijn/zijn vriend: mijn/zijn vrouw (de etymologische oorsprong van deze term komt van vriend of oma).
Combineren met paneermeel: slechte combinatie.
Jojo met paneermeel: kleine makreel zonder schaal, zonder belang.
Miché of michet met een kruimeltje brood: een man die een meisje slecht betaalt; ongeneeslijke klant.
'...het is de president!...de kleine grijze broodkruimel: zijn gezicht!...zijn kleine gevormde hoed: het vaderland!... . (Celine, op Fee voor een andere keer).