Losbandigheid : nf Het woord "losbandigheid" heeft verschillende betekenissen:
– Verouderd betekenis: Overmatig gebruik, laakbaar geacht, van plaisirs sensueel.
Wanorde (van gedrag), wangedrag.
Geef je over aan losbandigheid.
Om in losbandigheid te vervallen.
Metgezellen van losbandigheid.
Plaats van losbandigheid.
– Losbandigheid van tafel (drinken, lacht, feest, dronkenschap).
– Moderne betekenis: (literair of ironisch) Overmaat dynamische plaisirs van het vlees (verdorvenheid, baldadigheid, ontbinding, onmatigheid, losbandigheid, losbandigheid, lust, ondeugd).
Beschamende losbandigheid (verdoving, verdorvenheid).
Zin: In losbandigheid leven (een leven leiden van een stoelstok, om noce, bommen).
Daden, Losbandigheidsfeest (orgie).
– In figuurlijke zin: buitensporig en ongeordend gebruik (van iets) (misbruik, overmaat, onmatigheid).
De auteur laat zich te buiten aan de verbeelding.
Een losbandigheid van...: overvloed (van wat overvloedig en verspreid is): weergave, luxe, orgie, overvloed.
Een losbandigheid van couleurs.