Leggen : v. tr. « Leggen " , dat is déposer, doe zijn eieren), over A gesproken vrouw d 'ovipaar.
Bevallen, een kind krijgen. Wat heeft ze nog meer voor ons bedacht?.
Schrijven, produceren (een werk, een tekst, enz.). Ik heb vijftig pagina's geschreven.
Verzenden om te leggen: verjaag een onwelkom persoon. Ik heb hem gestuurd om te worden gelegd.
Leg je eieren op: word nog rijker, als je al rijk genoeg bent.
Een goederentrein aanleggen: verstopping.