krukje : nf een kruik is een vergaarbak, vaak van zandsteen of aardewerk, met een smalle hals, een brede buik en een handvat.
Dik van vorm en hol van geest. Hij is nogal dom om het niet te begrijpen.
Dom, dom en onwetend persoon.
Er uitzien als een eikel: er dom uitzien.
Wat een rotzooi, deze man! : Wat een imbeciel.
De uitdrukking "Zolang de kan in het water gaat, breekt/breekt hij uiteindelijk":
– Wat we te vaak gebruiken, kan uiteindelijk niet meer dienen
– Wat we te vaak gebruiken, kan uiteindelijk niet meer dienen
– We lopen altijd de nadelige gevolgen op van een gevaar waaraan we ons te vaak blootstellen.
De kan hier is een container, meestal gemaakt van terracotta, die wordt gebruikt om verschillende vloeistoffen, waaronder water, te bevatten. Zo'n container heeft geen oneindige levensduur, en door het gebruik ervan, komt het uiteindelijk op een punt waar het breekt, hetzij door slijtage of vaker door onhandigheid van de gebruiker.
Het beeld is daardoor goed te begrijpen. Het lijkt te zijn geboren in de XNUMXe eeuw, waar het wordt gevonden in de vorm tmier gaat de pot naar de put die hij breekt. Dan, in de De roman van Renart vinden we gaan allebei in het water en breken.
Dit spreekwoord wordt ook geciteerd door de Spaanse romanschrijver Miguel de Cervantes (1547-1616) in zijn Don Quixote de la Mancha (1605).
Dit spreekwoord wordt ook geciteerd door de Spaanse romanschrijver Miguel de Cervantes (1547-1616) in zijn Don Quixote de la Mancha (1605).
De metafoor kan anders gezegd worden: hoe minder risico's je neemt, hoe minder je jezelf blootstelt aan gevaar en hoe kleiner de kans dat je het slachtoffer wordt.
Hervatting van de uitdrukking van de Franse humorist Pierre Dac (1893-1975) "Zolang de kruik naar het water gaat, is hij aan het einde vol" in eeuwige gedachten.