hooi : nm Le hooi is degras gemaaid of gemaaid weiden, bestemd voor eten du bétail.
Als er geen hooi meer in de rek ligt: geen geld meer.
Hooi maken: geld verdienen.
Hooi op de been hebben: veel geld hebben, rijk zijn, rijkdom vergaren, rijk worden.
Hooi in de schoenen schuiven: rijk worden (zie hieronder de uitleg van deze uitdrukking).
Slapen in het hooi: dood dronken zijn.
Maak hooi: maak lawaai, schandaal.
Maak een ophef van alle duivels: waarschuw iedereen.
Hooietend beest: domheid Intensief, zo beest als een dier
Foin de...: Term van minachting of minachting, om iets te markeren dat niet erg inschatbaar is.
Het is zoeken naar een speld in een hooiberg: die is niet te vinden.
Maak hooi: maak schandaal, lawaai of racket; protest.
Het hooi van de dag: vier uur.
Hooi: slechte tabak. Het is hooi!
Marihuana, onkruid.
De uitdrukking "Hooi in je laarzen steken/hebben": Verzamel/heb veel geld.
Vroeger deden boeren stro (of hooi voor de rijksten) in hun klompen om hun voeten minder koud te houden. In de 1619e eeuw citeerde de Franse dichter, fabulist, romanschrijver en lexicograaf Antoine Furetière (1688-XNUMX) al de uitdrukking hij deed stro in zijn schoenen, overigens niet in dienst van een boer, maar van een persoon van de administratie die zijn zakken vulde, vaak illegaal.