fricassee : v. tr. inkoken fricassee.
Te besteden, te ruïneren.
Verspillen, verdrijven (geld, een fortuin).
Sla zijn meubels kapot. Verkoop ze.
We schrikken! : het is niet voor jou !
Fricasser la muilkorf: kussen.
Gefricasseed worden: gearresteerd worden; onteerd worden
Doden.
Citaat van de Franse schrijver Louis-Ferdinand Destouches bekend als Céline (1894-1961) “The insane obscenes! Sluit ze op! Fricassee ze! Laten we ze aansluiten! Laten we ze allemaal tot op het bot kloppen! Het spuit! Laat het spetteren! " in Kleinigheden voor een bloedbad - 1938.