Eten (jargon synoniemen) : Naar het rooster gaan, leunen (een maaltijd), slurpen, pikken, pikken, verkruimelen, puffen, chow, chow, puffen, puffen, briferen, briffer, to cartridge , om de korst/het zaad/de plak te breken, klappen, clebble, criaver, crunch, crust, crust, stampen, verslinden, wissen, zichzelf sturen, galimafrer, gameler, slok slok; gouffier; gouffier, raspen, raspen, raspen, jaffer, lipper, kauwen, kauwen, morsier; morfiaille morfer; beet; malen; vervormen; tasten; knabbel, knabbel, knabbel, knabbel, morgan, krab, laad de batterijen op, vul de pot/de cornet/de voorraadkast/de lamp, pond; sandwichen, op de bel bonzen, martelen.
Absorberen: veel eten en drinken.
struik; brabbelen; snavelcitaat; grazen; verstoppen ; iets kapot maken)
Lossen; schrapen: eten.
Laad zijn edelmetaal; kauwen; klepel; plons; kalefateren.
losmaken; laat de margoulette los.
Verwijder een gerecht; kreupel; korrel; vet.
Grind; craillav; knetteren; krill; verlangen; grillen.
Kras.
Regatta; gebabbel.
ham; domino spelen; kruk; gekibbel
Klik; gillen; klap; klap.
Geman: eten in verlan.
Gewicht naar beneden; volgepropt worden.
Eten.
Steek wat bier in de pot.
Dam (of verdomme).
Stapel.
Opnieuw drinken.
Verzinnen.
Markeer iets.
Kauwen: eten, kauwen.
Masker.
morfialer.
kibbelende tanden.
Vang de kers.
Belasting: eten en drinken.
Kromming.
klap; aaien
Scheur zijn patroon
Jezelf volproppen.
Vul het vest.
Zet op de spaarbank.
Ballast het ruim.
Domino spelen.
Om te verknoeien.
Opvullen.
Kleber, knap; sleutel. klébjer.
Geweer.
Worst.
Caler (tegen zichzelf): eten, goed eten, veel eten, een goede eetlust hebben, voeden.
Wrik de buis vast.
vul de lamp
De balivoines opgevuld.
Wrik de amandelen.
Vul de kombuis.
De gang poetsen.
Ga door de kokos.
Vul de cornet.
Raak je kofferbak.
Garneer je borst.
Werkende kaken.
Leg de omhulsels op het formulier.
Haal er een kick van / het portret / het uitzicht: eet of drink naar hartelust.
Maak zijn oogst.
(Te) breeuwen: de snavel.
Vul de pot.
Vullen/vullen van de maag.
Snijd je tanden.
Raak betrokken.
Laad de kanonneerboot.
Beu worden: te veel eten
Maak indruk: eet of drink naar hartenlust.
Gooi het spek voor de honden: eet goed.
Chicoser: eten; knabbelen.
Maak de haken los.
Breng iets aan op de maag.
Wiebelende snavel.
Ga naar briffe, ga eten, eten.
Een hap nemen/een hap geven.
Eet een beetje: eet een beetje.
Laat je tanden niet roesten.
Passeer door de vorm.
Plak een kompres op je geweten.
Krijg iets in je maag.
Vul je buik.
Vul de tutu.
Je maag kalmeren: eten, jezelf voeden.
De snorren vastzetten.
Verzenden: consumeren (eten of drinken). Stuur een maaltijd.
Ga zitten: eet, drink, geniet.
Op de rug eten: aan de kaak stellen.
Spek eten: veroordelen, verraden.
Eetdoek: biljart.
Eet à la pistole: betaal je maaltijd in de gevangenis.
Koorts voeden: van lekker eten houden.