donder op : v.tr. (woord van stront).
Het werkwoord "irriteren" heeft verschillende betekenissen:
1. (iemand) lastig vallen (synoniemen: ergeren; vertrouwd: ergeren, honing, plagen, ergeren, opblazen; heel bekend: om pissig te worden).
Val me niet lastig.
Je maakt mensen kwaad.
Het stoort me om hier te blijven, dat hij zonder mij vertrekt.
Hij is echt kwaad op dit verhaal.
Pronominaal: zich vervelen met iets, voor iets, (en de infinitief.): veel moeite doen voor (iets).
We gaan ons daar niet druk om maken, voor zo weinig, om het te repareren.
Negatief baantje: Hij verveelt zich niet: hij maakt zich geen zorgen, hij heeft geluk.
2. Irriteren: Bore (synoniemen: knock-out, kapper, ergeren, scheren).
Politiek, opera irriteert me.
Pronominaal: zich vervelen (lastig maken, pissen, zweten).
Negatief dienstverband: wij doen er niets mee! : we hebben plezier, dingen gebeuren.
3. Als uitdaging: neem het voor niet-bestaand, verwaarloosbaar, onverschillig.
De mensen in de buurt? Neuk ze.
Gerelateerde artikelen:
Vervelend
Neuken
Ergernis
pijn in de kont